Gehuld in zwarte cape en hoge hoed terroriseert hij de kijker op zijn gekende manier: flamboyant, luidruchtig en filosofische oneliners spuiend. Acht van zijn films en een documentaire zijn verzameld in de Coffin Joe collection. Middernachtfilms selecteerde voor u drie titels uit deze collectie die niet mag ontbreken in de verzameling van elke zichzelf respecterende cultliefhebber.
In Strange World of Coffin Joe (1968) leidt Coffin Joe drie op zich staande episodes in door met veel bravoure aan te kondigen dat de kijker een grotesk spektakel, een enge droom te wachten staat.
Mooi, want dat is ook precies de reden waarom pulpfanaten telkens opnieuw afdalen in de duistere krochten van de horrorcinema.
De eerste episode handelt over een illustere poppenmaker die met de hulp van zijn vier beeldschone dochters de stijgende vraag van zijn cliënteel tracht tegemoet te komen. Het grote geld dat ze hiermee verdienen wordt in het huis bewaard en dat is uiteraard een vrijgeleide voor een stelletje boeven dat de poppenmaker zijn zuurverdiende centen afhandig wil maken. Laten we stellen dat dit op zijn zachtst gezegd geen goed idee is, want de levensechte ogen waarmee de kunstenaar al jaar en dag zijn poppen opsmukt is een subtiele verwijzing naar het onfortuinlijke lot dat de dieven te wachten staat. Dit eerste deel is meteen ook het beste van de drie, aangezien het beschikt over iets waar de andere twee een pijnlijk gebrek aan hebben: een creatief en veelbelovend uitgangspunt.
Bij de tweede episode over een necrofiel verpakt Marins zijn perverse thema in een vertederend kleedje. We zijn getuige van een man die met zijn gevoelens worstelt. Het resultaat is in elk geval een dodelijk saai portret dat op een ietwat pretentieuze wijze met emoties flirt. Daar komt nog bij dat de regie langs alle kanten rammelt en de cameravoering van schabouwelijke kwaliteit is. Een episode om snel te vergeten met andere woorden.
Het drieluik wordt afgesloten met een flink potje sadisme. Dit laatste deel wordt trouwens ook als Marins’ meest gewelddadige film beschouwd. Ideaal dus om de kijker, die bij het tweede deel in een diepe slaap verzonken was, weer wakker te prikkelen. We volgen de sinistere professor Oaxiac Odez die met zijn controversiële levensvisie interesse oogst uit alle wetenschapsdomeinen. Volgens zijn theorie is namelijk niet liefde de sterkste manifestatie van de wil, maar het instinct. En wij weten allemaal waar ons oerinstinct toe kan leiden... Net als de vorige episodes gaat ook deze laatste gebukt onder een onverzorgde stilering waardoor de gewenste stomp in je maag alsnog uitblijft.
Ook Awakening of the Beast (1970) wordt naar goede gewoonte ingeleid door de excentrieke Coffin Joe, een fictieve onheilsprofeet die de kijker met veel pathos waarschuwt voor wat komen gaat. Al snel blijkt dat we dit met een flinke korrel zout moeten nemen. Awakening of the Beast is voor het overgrote deel in zwart-wit geschoten. Hierdoor lijkt de film een stuk ouder dan hij eigenlijk is en voor zij die dwepen met Amerikaanse mainstream is het even wennen aan de theatrale invulling van het begrip “film”. Op korte tijd wordt de kijker namelijk om de oren geslagen met allerlei fragmenten die op de meest knullige wijze achter elkaar gemonteerd worden en die bovendien begeleid worden door wansmakelijke muziek die het midden houdt tussen religieuze gezangen, zoetsappige liefdesserenades en frivole pianoriedeltjes. De beelden beperken zich tot dusver tot door LSD ingeleide orgieën die neigen naar goedkope sexploitation.
Maar… Na ongeveer een halfuurtje, wanneer het luidruchtige gejoel wordt onderbroken door een intermezzo waarin enkele geleerden met elkaar in de clinch gaan, wint het opzet van de film aan klaarheid. Er ontpopt zich een verhitte discussie over de slechte invloed van drugs, waarin de verschillende partijen het uiteraard oneens zijn met elkaar. De daaropvolgende beelden ondersteunen een pleidooi tegen drugs dat ongenuanceerd wordt gelijkgesteld aan “het Kwaad”. Drugs halen het slechtste in de mens naar boven én moeten daarom zonder pardon verbannen worden uit de samenleving.
Deze al dan niet terechte denkpiste gaat steevast gepaard met fragmentarische episodes waarin we een hoop ellende te zien krijgen, in beeld gebracht op een pijnlijk amateuristische manier. Verrassend genoeg komt op het uur de grote ommezwaai, zowel in woord als in beeld. Regisseur Marins, die in deze sequentie aantreedt als zichzelf, neemt de kijker en zijn kritikasters vakkundig bij de neus door middel van een experiment dat drugs loskoppelt van het slechte in de mens. Als klap op de vuurpijl pleit hij voor een regulering van drugs in plaats van een verbod, een flinke portie progressieve moraal die vergezeld gaat van een epileptisch kleurenspel, een rigoureuze stijlbreuk met de zwart-witfotografie uit de rest van de film.
In Hallucinations of a Deranged Mind (1978) staat Dr. Hamilton centraal, een psychiater wiens onfortuinlijke lot erin bestaat opgezadeld te zijn met wreedaardige hallucinaties over Coffin Joe. De meest bizarre waanbeelden achtervolgen hem in zijn slaap. Badend in het zweet en trillend van angst wordt hij wakker.
Ondanks het veelbelovende uitgangspunt is dit weer zo’n typische cultfilm die (helaas) alle verwachtingen waarmaakt. Onnavolgbare rommel uit de diepste krochten van de rioolcinema. En toch heeft het altijd iets speciaals om naar zulke films te kijken, omdat je weet dat je na de aftiteling weer een unieke filmervaring rijker bent. Net zoals de andere Coffin Joe films is ook deze prent uitsluitend voorbehouden voor doorwinterde cultfanaten die het een lieve lust vinden om hun kostbare tijd te spenderen aan rotzooi.
Hallucinations of a Deranged Mind vuurt gedurende de volledige speeltijd een neurotische beeldencollage af op de kijker, waarin alle vormen van vunzige smeerlapperij de revue passeren: gratuit naakt, krioelende insecten, kannibalisme, sadistische martelpraktijken en een hoop carnavaleske ongein. Eén grote hallucinatie, zoals de titel aankondigt. Je kan het bezwaarlijk kwalitatief hoogstaand noemen, want het tempo ligt zo ontzettend laag en de inhoud is zo eentonig dat het niets minder dan een loodzware opdracht is om de film uit te kijken.
Toch moeten we regisseur Marins het krediet geven dat hij verdient, want op cinematografisch vlak heeft hij ontegensprekelijk vorderingen gemaakt tegenover de vorige films in zijn repertoire. Sporadisch komen knappe composities en sfeervolle kleurschakeringen voorbij, wat uiteindelijk toch een meerwaarde biedt aan de even bizarre als perverse inhoud van de beelden. Intenties om, naast het verhalende aspect, ook een visuele hallucinatie te creëren zijn er ongetwijfeld, al mag je niet verwachten dat deze intenties ook maar ergens de grenzen van de low-budgetcinema overschrijden.
Niet in de Coffin Joe Collection, maar wel ontzettend de moeite waard is Embodiment of Evil (2008).
Na veertig jaar gevangenis stort Coffin Joe zich opnieuw op zijn obsessie: het vinden van de perfecte vrouw die zijn demonische zoon wil baren, opdat zijn bloedlijn vereeuwigd wordt. Met de gekende pathos hervat hij zijn zoektocht, alles en iedereen die hem hierbij in de weg staat onderwerpend aan helse pijnen. De geoefende Coffin Joe fanaat weet dan al hoe laat het is. Gruwelijke folteringen en psychedelische visioenen zijn niet veraf.
Het grote verschil met Marins' eerdere werk is de cinematografische vooruitgang. Hoewel Embodiment of Evil nog steeds pulp ademt, heeft de film genoeg te bieden voor de doorsnee horrorfanaat. Zij die niet afknappen op het overdreven expressieve acteerwerk en het constante gegoochel met zware begrippen als leven en dood, goed en kwaad, worden getrakteerd op een prachtig horrorspektakel.
Wie wil kennismaken met dit Braziliaanse culticoon, kan zich dus best eerst wagen aan dit laatste deel uit de reeks. Voor wie de smaak te pakken heeft ligt er daarna nog een karrenvracht aan wansmakelijke films klaar die elk op zich garant staan voor een onvergetelijke kijkervaring.
Heb alleen Embodiment of Evil gezien en het is mij direct duidelijk geworden dat dit niet mijn soort horror is. Het sm-gebeuren trekt mij niet en het theatrale optreden van Coffin Joe irriteert al snel. Ik hoop dat zijn oude werk nog wel dat bava'esque heeft, waarvan ik altijd had gedacht dat dat het soort film was waar Coffin Joe zich mee bezig hield.
BeantwoordenVerwijderenIk vrees dat als de nieuwe Coffin Joe je niets zegt, je de oude ook beter links laat liggen. Het oude werk is minstens even theatraal en op filmtechnisch vlak een stuk vermoeiender om naar te kijken. En toch heeft het zijn charme...
Verwijderen