Van de inmiddels overleden schrijver H.P. Lovecraft wordt gezegd dat hij één van de meest invloedrijke auteurs is in de Amerikaanse horrorliteratuur. Niemand minder dan Stephen King noemde hem ooit de beste klassieke horrorschrijver van de twintigste eeuw. Wie Lovecraft wel eens gelezen heeft, weet dat zijn verhalen zich laten kenmerken door een archaïsche stijl met veel bijvoeglijke naamwoorden en een fascinatie voor oeroude kosmische entiteiten die maar één doel voor ogen hebben: de mensheid verslinden. De focus in zijn verhalen ligt niet zozeer op de fysieke confrontatie tussen mensheid en monsters, dan wel op het psychologische aspect waar een veelal mannelijke hoofdrolspeler ten onder gaat aan het besef dat deze Oude Goden weldra de wereld zullen innemen. Het bekendste voorbeeld hiervan is wellicht de Cthulhu Mythos, over een mythisch wezen dat voor het eerst beschreven wordt in het verhaal The Call of Cthulhu. Andere bekende verhalen zijn The Colour out of Space, The Music of Erich Zann, The Shadow over Innsmouth, At the Mountains of Madness, The Dunwich Horror en The Case of Charles Dexter Ward. Veel van zijn werk werd destijds in pulpmagazines gepubliceerd, wat hem een bedenkelijke reputatie bezorgde. Desondanks geldt de fictieve wereld van Lovecraft tot op vandaag als inspiratiebron voor vele auteurs, maar ook cineasten. En over die tweede groep gaat volgend artikel, waarin Middernachtfilms voor de gemakkelijkheid uitsluitend de beste en meest markante Lovecraft-verfilmingen bespreekt.
Regisseur Roger Corman heeft met The Haunted Palace (1963) de eer de eerste Lovecraft-verfilming achter zijn naam te hebben staan. Vreemd genoeg kondigen de begintitels deze film als volgt aan: Edgar Allan Poe's "The Haunted Palace". Nochtans is deze prent gebaseerd op het verhaal "The Case of Charles Dexter Ward" van H.P. Lovecraft, maar de naam Poe verkocht nu eenmaal beter in de jaren '60 en daarom hebben de producers gefoefeld met de titel. In een poging om dit bedrog te rechtvaardigen werd aan het slot op krampachtige wijze een gedicht van Poe geplakt. Desondanks is The Haunted Palace een betrekkelijk effectieve horrorfilm, met horrorlegende Vincent Price in een sardonische hoofdrol.
Vooral op audiovisueel vlak weet Corman de juiste sfeer te creëren. Hij dompelt zijn beelden onder in mooie kleurenpaletten, een eeuwig rondwarende mist en enkele goed getimede donderslagen. Daarbij worden de sleutelscènes begeleid door bombastische muziek die nadrukkelijk aanwezig is, maar toch best mooi gecomponeerd is. De gotische decors en kostuums maken het plaatje compleet.
Hoewel er enkele typische Lovecraft-elementen op de achtergrond spelen, neigt The Haunted Palace qua uitwerking eerder naar de standaard gotische horrorfilms uit die periode. Dat is op zich geen minpunt, want de daarmee samenhangende sfeer wordt ook hier uitstekend neergezet. En laat dat net het handelsmerk zijn van de regisseur die vooral bekend staat om horrorklassiekers als House of Usher (1960) en Pit and the Pendulum (1961).
Een gelijkaardige aanpak vinden we terug in Die, Monster, Die! (1965) dat geïnspireerd is door het verhaal “The Colour out of Space”. Het enige wat men deze film kan verwijten is dat de plot een hoge pulpfactor heeft die zijn oorsprong kent in de fantastische sci-fi verhalen zoals ze vandaag (helaas) niet meer geschreven worden. Anderzijds is dit voor velen waarschijnlijk de reden om dergelijke films van onder het stof te halen.
Boris Karloff kruipt in de huid van een “mad scientist” die in zijn achtertuin een neergestorte meteoriet met een radioactieve straling vindt. Na geheime experimenten blijkt de straling mutaties te veroorzaken bij zijn verzameling fauna & flora. Hij is echter blind voor de mogelijke consequenties, zelfs wanneer een dappere vreemdeling zijn bevallige dochter van de ondergang komt redden.
De uitvoering doet denken aan Corman in zijn beste dagen: gotische decors met weelderige tierlantijntjes op een vakkundige manier in beeld gebracht zodat de sfeer werkelijk van het scherm druipt. Het grootste deel van de film speelt zich af in een van de buitenwereld afgelegen landhuis, verscholen tussen bomen en opschietend gras. De special FX zijn erg spaarzaam, maar tijdens de slotontknoping zien we welke invloed de radioactieve straling heeft op mensen die niet willen luisteren naar goede raad, wat resulteert in een iconisch beeld van een zilverkleurige man omgeven door een felgroene gloed. Een aanrader uit de oude doos.
Wat het aantal Lovecraft-verfilmingen betreft komt niemand in de buurt van Stuart Gordon. Anders dan Corman grijpt hij de verhalen van Lovecraft aan voor onvervalste horrorpulp. Dat pulp ook een kwaliteitslabel kan zijn bewijst hij met Re-Animator (1985), gebaseerd op het verhaal “Herbert West - Reanimator”, over een ambitieuze student geneeskunde die een middel uitvindt om de doden weer tot leven te brengen.
Met deze film trakteert Stuart Gordon de kijker op een overvloed aan bloed, ingewanden, afgehakte ledematen, doorboorde torso’s en een hilarische rol van Jeffrey Combs als de medische student die voor niets terugdeinst om zijn experimenten uit te voeren. Eén van de meest memorabele scènes toont een afgehakt hoofd met een onstilbare drang naar orale seks. Daarnaast is de bloederige finale in een mortuarium goed voor een flinke dosis ouderwetse splatter. Klinkt smakeloos, maar de makers zijn in hun opzet geslaagd om de kijker een vermakelijke film met overtuigende special FX te presenteren.
Re-Animator is ongetwijfeld één van de beste films in zijn genre en heeft nog twee sequels voortgebracht: Bride of Re-Animator (1990) en Beyond Re-Animator (2003). Beide vervolgen gaan lekker door waar het origineel gestopt is, met de onethische experimenten van Herbert West die de katalysator vormen voor gratuit naakt en bloederige nonsens.
Ook van Stuart Gordon, maar veel subtieler, is From Beyond (1986), naar het gelijknamige verhaal “From Beyond”. Hoewel ook deze prent enkele gruwelijke scènes bevat, ligt de nadruk duidelijk op de verhaaltechnische kant. Wetenschapper Tillinghast (gespeeld door Jeffrey Combs) ontdekt dat de pijnappelklier mits stimulatie door een hoogtechnologische machine de poorten openzet naar een andere realiteit. In zijn onderzoek wordt Tillinghast bijgestaan door een sexy psychiater (Barbara Crampton) die in het experiment een mogelijk geneesmiddel ziet voor haar patiënten.
Hoewel de beangstigende materie over een universum met gruwelijke monsters die wachten tot de poort naar de aarde geopend wordt nooit écht de impact heeft zoals Lovecraft die met zijn taalvaardigheid wist te creëren, bevat From Beyond enkele scènes die er visueel uitspringen dankzij knappe make-up en monsterdesigns. Daarnaast is Gordon zoals gewoonlijk niet vies van een seksuele ondertoon. Zo zien we hoe Crampton tijdens een pikante hallucinatie van Tillinghast in SM-outfit – inclusief leder en netkousen – over het scherm paradeert. Helaas zorgen dergelijke onfunctionele naaktscènes ervoor dat From Beyond bij het brede publiek nauwelijks serieus genomen zal worden als getrouwe Lovecraft-verfilming.
Wat dat laatste betreft lijkt Gordon het met Castle Freak (1995) iets volwassener te willen aanpakken. Dat blijkt ook uit het dramatisch getinte verhaal over John Reilly (alweer vertolkt door Jeffrey Combs) die gebukt gaat onder ondraaglijke schuldgevoelens. Na het traumatische overlijden van zijn zoontje, dat hij nota bene zelf heeft veroorzaakt door dronken achter het stuur te kruipen, is zijn gezin min of meer ontwricht. Zijn naar zelfstandigheid snakkende blinde dochter kijkt nog wel naar hem om, maar zijn vrouw heeft het hem nooit kunnen vergeven. Samen reizen ze af naar Italië om er een eeuwenoud kasteel te gaan bewonen. Maar diep in de catacomben van het kasteel zit iets verscholen…
Losjes gebaseerd op het verhaal “The Outsider” is Castle Freak een charmante B-film die erg spaarzaam is met effecten en alles inzet op sfeer. De locatie is daarvoor uiterst geschikt. De spannendste scènes spelen zich af in de catacomben van het kasteel, waar de blinde dochter kennismaakt met het bloeddorstige monster. Daarnaast zorgen de solide vertolkingen en het nodige drama ervoor dat je als kijker genoeg kan meeleven om je te laten onderdompelen in de onheilspellende sfeer.
Dagon (2001) is de vierde van in totaal vijf Lovecraft-verfilmingen door Stuart Gordon. Voor deze occulte horrorfilm, die gebaseerd is op zowel het gelijknamige verhaal “Dagon” als "The Shadow Over Innsmouth", deed hij geen beroep op Jeffrey Combs. In de hoofdrol zien we Ezra Godden als Paul, die samen met zijn vriendin en een ander koppel in een storm belandt voor de kust van een vreemd eiland. Hun zeilboot begeeft het en terwijl het andere koppel achterblijft zoeken ze hulp bij de eilandbewoners. Al gauw blijkt er iets mis te zijn met de bevolking. Als zijn vriendin spoorloos verdwijnt, probeert Paul de waarheid te achterhalen.
Op enkele zwakke cgi-effecten en onnodig komische oneliners na is Dagon een uitstekende film die trouw blijft aan de geest van Lovecraft. Wanneer Paul de ware identiteit van de eilandbewoners ontdekt – een hybride ras van mensen en vissen dat offers brengt aan hun oppergod in ruil voor eeuwig leven – breekt de hel los. Paul moet er alles aan doen om te voorkomen dat zijn vriendin het volgende offer wordt.
De visachtige creaturen zijn prachtig gemaakt en het in een gordijn van regen en duisternis gehulde eiland ademt een permanent dreigende sfeer uit. Ook het slot waarin de sekte zich voor het offer verzamelt rond de schuilplaats van het zeemonster is dankzij het mooie decor en de aanwezige details een visueel hoogtepunt. Daarmee is Dagon beslist één van de betere occulte horrorfilms van na de eeuwwisseling.
De vijfde en voorlopig laatste Lovecraft-adaptatie van Stuart Gordon heet Dreams in the Witch House (2005), naar het gelijknamige kortverhaal. Deze verfilming, met opnieuw Ezra Godden in de hoofdrol, maakt deel uit van de Masters of Horror serie, een reeks korte horrorfilms van grootmeesters in het genre. Natuurkundestudent Walter gaat op zoek naar een rustig plaatsje waar hij zijn eindwerk kan afmaken en komt terecht in een aftands pension. Al gauw geraakt hij ervan overtuigd dat er zich in zijn zolderkamer een poort naar een andere werkelijkheid bevindt. Wat hij niet weet is dat de heks die zich daar bevindt hem wil laten deelnemen aan een diabolisch ritueel.
Deze claustrofobische film kent een zorgvuldige opbouw die garant staat voor een doeltreffende spanningsboog. Daarnaast zorgen de nachtmerries en hallucinaties van Walter voor enkele bevreemdende momenten die een climax kennen met het ontdekken van de andere werkelijkheid. Ook deze keer kan Gordon zich niet bedwingen om een erotische zijsprong in de plot te lassen. Dat dit geen nadeel hoeft te zijn bewijst het schokeffect dat meteen na seksueel getinte scènes optreedt waardoor de impact van de enge gebeurtenissen alleen maar vergroot. Kortom, Gordon slaagt er voor de vijfde maal op rij in succes te oogsten met zijn interpretatie van Lovecraftiaanse horror.
Ook grootmeester John Carpenter heeft zich met In the Mouth of Madness (1994) laten inspireren door de werken van Lovecraft. Hoewel de titel een samentrekking is van de verhalen “The Shadow over Innsmouth” en “At the Mountains of Madness”, is dit strikt genomen geen Lovecraft-verfilming te noemen. Wel wordt de geest van de horrorauteur vertegenwoordigd in de overkoepelende thematiek.
Verzekeringsinspecteur John Trent, een meester in het opsporen van fraude, wordt opgetrommeld om de verdwijning van een wereldberoemde schrijver op te helderen. Zijn sceptische aard verhindert lange tijd het erkennen dat de werkelijkheid waarin hij zich bevindt slechts fictie is, zoals deze beschreven staat in het laatste boek van de man die hij zoekt. Regisseur John Carpenter pakt het helemaal anders aan dan in zijn klassiekers Halloween (1978) en The Thing (1982) waar de angst zich op een primair niveau afspeelt. In the Mouth of Madness bevat een onderhuidse spanning: angst nestelt zich diep in de vezels van het hoofdpersonage dat langzaam afdaalt in een spiraal van waanzin en paranoia.
Bepaalde shots ademen een apocalyptische doemsfeer uit, zoals de opening in een verlaten psychiatrische instelling en de scènes in het fictieve dorpje waar Trent terechtkomt, andere shots lijken dan weer zo weggerukt uit een nachtmerrie. Naar het einde toe maakt Trent kennis met de Oude Goden waarvan hij het bestaan angstvallig tracht te ontkennen. Hoewel de monsterontwerpen overtuigend genoeg zijn, doet de snelle montage tijdens hun optreden vermoeden dat er een en ander te verhullen valt. Hoe dan ook wordt In the Mouth of Madness door sommige critici geroemd als Carpenters beste film. Dat is best begrijpelijk, maar deze prent toont in de eerste plaats de veelzijdigheid van een regisseur die een handvol horrorklassiekers achter zijn naam heeft staan.
Voor wie het trouwens nog niet wist: Lovecraft wordt vaak in één adem genoemd met de Necronomicon, een fictief boek dat in verschillende van zijn verhalen voorkomt. Het boek bevat informatie over Oude Goden en andere bovennatuurlijke elementen, maar is zo gruwelijk dat wie het leest, compleet zal doordraaien. Dit werk werd eveneens als inspiratiebron gebruikt voor de gelijknamige anthologie – Necronomicon (1993) – waarin drie segmenten aan elkaar gebreid worden door Jeffrey Combs in de huid van H.P. Lovecraft. Lovecraft krijgt van enkele mysterieuze monniken de toegang tot een bibliotheek vol obscure boeken die inspiratie bieden voor zijn verhalen. Eén boek bevindt zich echter niet in de bibliotheek, maar achter slot en grendel: de Necronomicon.
Voor wie het trouwens nog niet wist: Lovecraft wordt vaak in één adem genoemd met de Necronomicon, een fictief boek dat in verschillende van zijn verhalen voorkomt. Het boek bevat informatie over Oude Goden en andere bovennatuurlijke elementen, maar is zo gruwelijk dat wie het leest, compleet zal doordraaien. Dit werk werd eveneens als inspiratiebron gebruikt voor de gelijknamige anthologie – Necronomicon (1993) – waarin drie segmenten aan elkaar gebreid worden door Jeffrey Combs in de huid van H.P. Lovecraft. Lovecraft krijgt van enkele mysterieuze monniken de toegang tot een bibliotheek vol obscure boeken die inspiratie bieden voor zijn verhalen. Eén boek bevindt zich echter niet in de bibliotheek, maar achter slot en grendel: de Necronomicon.
De drie segmenten, getiteld “The Drowned”, “The Cold” en “Whispers”, zijn gebaseerd op respectievelijk “The Rats in the Walls”, “Cool Air” en “The Whisperer in Darkness”. In The Drowned zien we hoe een man het verlaten huis van zijn grootvader betrekt en er kennismaakt met duistere krachten, The Cold vertelt het verhaal van een dokter die een middel gevonden heeft om de dood te slim af te zijn en in Whispers zitten twee agenten een seriemoordenaar op de hielen die er een eigenaardige modus operandi op na houdt. Net zoals de films van Stuart Gordon ligt de nadruk in dit drieluik op visuele horror, met dank aan de locaties, maar vooral de spectaculaire make-up en special FX. Ondanks de korte speeltijd van elke episode wordt het narratieve aspect maximaal benut zodat de macabere toon van Lovecrafts verhalen duidelijk tastbaar is. Het enige minpunt is wellicht dat niet alle episodes op een even consistente uitwerking kunnen rekenen, wat mogelijks te verklaren valt door de verscheidenheid aan regisseurs.
De film die samen met Dagon het meest representatief is voor de fictieve wereld van Lovecraft, is het eigenzinnige Call of Cthulhu (2005). Naast vele andere prijzen won deze 49-minuten durende, volledig in zwart-wit geschoten stille film de publieksprijs van het H.P Lovecraft Film Festival in 2005. Het getuigt van lef en creativiteit om een dergelijk product in de 21ste eeuw af te leveren. Een film die volledig teruggrijpt naar de roots van de cinema: in zwart-wit, zonder gesproken dialoog, met expressionistisch acteerwerk en voorzien van een bombastische muzikale begeleiding. Het levert een aparte kijkervaring op, zeker in de wetenschap dat dit low-budget werkje amper zeven jaar oud is.
De makers blijven trouw aan het bronmateriaal waarin een door gruwelijke herinneringen geplaagd hoofdpersonage aan de hand van flashbacks een verhaal vertelt over een sekte die een geheimzinnige god aanbidt. Nadat de sekte door de politie opgepakt is, ontdekt men de vermoedelijke locatie van hun god in een oud krantenartikel. Enkele zeevaarders trekken er op uit om het monster te gaan zoeken, niet wetende welk onfortuinlijk lot hen beschoren is.
De typische mysterieuze en onbehaaglijke sfeer die Lovecraft zo mooi op papier weet te vangen wordt perfect weerspiegeld in de sinistere, schaduwrijke beelden. Het indrukwekkendst zijn echter de decors, met name de oceaanstad waar Cthulhu huist en waarvan de architectuur zich – zoals Lovecraft het zelf omschreef – laat kenmerken door non-euclidische geometrie. Centraal in deze bevreemdende ontdekkingsreis staan de hulpeloosheid en de nietigheid van de mens tegenover de duistere krachten in onze gigantische kosmos.
Voor een auteur wiens verbeelding doorgaans als onverfilmbaar wordt bestempeld, zijn er dus best wat goede films uit zijn verhalen voortgevloeid. Daarnaast is er ook een hele waslijst aan waardeloze wanproducten die we hier het plezier van de spotlights niet gunnen. Desondanks blijkt dat H.P. Lovecraft een onmiskenbare invloed had en nog steeds heeft op schrijvers en cineasten met een fascinatie voor de mens als onbeduidend wezen in een eindeloos, onherbergzaam universum waarin een pantheon van monolithische monsters geduldig wacht tot de poorten naar onze wereld geopend worden...
Leuk stukje, ik mis alleen nog de uitstekende drieluik Necronomicon van oa Brian Yuzna, Christophe Gans en Shûsuke Kaneko, The Resurrected van Dan O'Bannon en de Lovecraft geinspireerde film Dark Waters van Mariano Baino. Alle drie zeker noemenswaardige films ;).
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor je reactie.
VerwijderenThe Resurrected vond ik geen goede film. Geen spanning, slechte effecten en slechte vertolkingen. Kortom, slechte pulp. Op dat vlak is The Haunted Palace een veel betere adaptatie van "The Case of Charles Dexter Ward". Wat Necronomicon betreft heb je overschot van gelijk. De DVD is al jaren out of print, dus heb ik een illegale kopie moeten raadplegen om hem alsnog te kunnen zien. Dat is bij deze gebeurd en het artikel is dan ook bijgewerkt. Van Dark Waters had ik nog nooit gehoord. Bedankt voor de tip.
Ik vond Resurrected toch best aardig, helaas is deze nog nooit eerder uncut verschenen.
BeantwoordenVerwijderenEr is een Duitse dvd van Necronomicon beschikbaar, deze heb ik zelf ook:
http://www.amazon.de/H-P-Lovecrafts-Necronomicon-Jeffrey-Combs/dp/B000V2SGH6/ref=sr_1_8?ie=UTF8&qid=1336514416&sr=8-8
De Dark Waters dvd is al een tijd OOP maar is nog wel te koop via ebay:
http://www.ebay.nl/itm/Dark-Waters-DVD-2006-1-Disc-Set-/290617407544?pt=US_DVD_HD_DVD_Blu_ray&hash=item43aa25b838
Voor nog meer info over Dark Waters: http://www.cinema-extreme.com/threads/dark-waters-mariano-baino.774/#post-58766
Nogmaals leuk stukje!!
Cool, die DVD ga ik zo snel mogelijk aanschaffen. Ook de interesse voor Dark Waters is gewekt. De vergelijking met Suspiria doet al watertanden...
VerwijderenMmm die vergelijking is misschien wel erg enthousiast...qua sfeer zit het idd wel goed.
VerwijderenEr is ook nog een tijdje geleden een Nederlandse dvd uitgekomen van The Shunned House. Low budget horror van Ivan Zuccon. Ik moet zeggen dat deze ook best leuk was, onlangs heeft deze regisseur nog Colour from the Dark uitgebracht (nog niet gezien).
Heb je nog Die Monster Die! gezien? Daar ben ik zelf ook nog benieuwd naar.
Die, Monster, Die! heb ik gezien. Sterke film, wordt trouwens ook in dit artikel besproken. Colour from the Dark heb ik ook gezien. Bij vlagen erg knappe FX en intense onderhuidse spanning, maar oogt gewoonweg te goedkoop. Typische low-budget horror. Sowieso is “The Colour out of Space” één van mijn favoriete Lovecraft-verhalen. Nu we toch bezig zijn: enkele jaren geleden werd de Lovecraft collection uitgebracht, naar aanleiding van het H. P. Lovecraft Film Festival dat in 1995 werd opgericht door toegewijd Lovecraft-devoot Andrew Migliore. Zijn betrachting was om het werk van de schrijver weer tot leven te brengen. Het beste van de eerste edities werd door hem verzameld in een DVD-reeks, met onder andere Cool Air, Dreams of Cthulhu, Out of Mind, Pickman's Model en Strange Aeons. De DVD's bevatten naast de hoofdfilm een heleboel kortfilms, de ene al wat beter dan de andere, maar allemaal gemaakt met respect en liefde voor de auteur.
VerwijderenOh overheen gelezen.
VerwijderenDie Lovecraft collection dvd's heb ik er er een paar van gezien, waar onder Cool Air die best goed is. Inderdaad is de kwaliteit behoorlijk wisselend.
Wat me nog te binnenschiet zijn de verfilmingen van Lurking Fear genaamd Lurking Fear (1994) en Bleeders (1997) die beide niet zo best waren. En de vrij recente The Last Lovecraft: Relic of Cthulhu, best grappige komedie die een beetje aan Tucker And Dale doet denken.
Heb je de recente film Cabin In The Woods gezien?
Ja, Lurking Fear... ook zo'n low-budget filmpje. Ik heb gelezen dat deze oorspronkelijk door Stuart Gordon geregisseerd zou worden. De huidige regisseur heeft helaas wat minder talent. Vooral het script is echt een rommeltje. De andere films ken ik van reputatie, maar nog niet gezien. Bleeders lijkt me typisch zo'n film die beantwoordt aan het aloude credo "hoe cooler de poster, des te slechter de film" :-). Cabin in the Woods is voor vrijdag in de bioscoop. Ben benieuwd of deze pastiche even goed zal smaken als Scream destijds.
VerwijderenOke laat even weten wat je van Cabin vindt, ik ben benieuwd wat je er van vindt.
VerwijderenZoals beloofd: ik vond er weinig aan. Aangezien je van in het begin al weet dat alles opgezet spel is, wordt de film nergens spannend, iets waar Craven met Scream bijvoorbeeld wel in slaagde. Daarnaast vond ik de film als parodie echt inspiratieloos. Enkel de verwijzing naar Lovecraft met the Ancient Ones is wel leuk gevonden, maar dat kan deze overschatte film helaas niet redden.
VerwijderenOh begint inderdaad als een standaard slasher maar als het eenmaal los gaat, wauw!! Oke het is niet spannend, maar het leek mij meer een hommage aan het complete genre horror. Van alle genres kwam wel wat langs, Evil Dead, Hellraiser, Shining enz. Van slasher tot ghost naar creature features.
VerwijderenIk verwachte alleen een tentakel op het eind ;).
Scream vind ik wel aardig maar niet meer dan dat en ik heb het bij deel 1 gelaten.
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenLeuk om nog eens iemand te vinden die Lovecraft kent, zowel van de literatuur als van de films. Erg goed geschreven stuk. Tip: kijk ook eens naar het laatste meesterwerkje van de HPLHS (makers van Cthulhu) : "The Whisperer in Darkness" - weer volledig in zwart-wit, in de sfeer van de jaren '30 horrorklassiekers. Aanrader :-)
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor de lovende woorden en de filmtip. Ik heb momenteel nog veel films op stapel liggen, maar ik ga hem zeker eens bekijken.
Verwijderen