Het begrip slasherfilm wordt vandaag nog steeds te pas en te
onpas in de mond genomen. Vaak worden horrorfilms waarin het bloed rijkelijk
vloeit onterecht gebrandmerkt als zijnde een “slasher”. Geen wonder dat daar
dan veel misverstanden over gaan circuleren, vooral op Internet en in tal van
lijstjes. Dit artikel heeft als doel om deze misverstanden voorgoed uit de wereld te helpen, op een
toegankelijke en begrijpbare manier.
Eigenlijk is een slasherfilm heel eenvoudig te herkennen,
want het genre wordt door objectief waarneembare conventies afgebakend waar
slechts in beperkte mate van afgeweken kan worden. Hieronder een overzicht van
de genretypische ingrediënten, toegelicht aan de hand van de film Halloween
(1978), die als blauwdruk voor de slasherfilm geldt.
Michael Myers, koel en genadeloos. |
De moordenaar:
De moordenaar is altijd het uitgangspunt van de slasherfilm,
want zonder moordenaar geen moorden en dus geen film. In Halloween is die
moordenaar het horroricoon Michael Myers. In de openingsscène zien we hem als
zesjarig jongetje zijn oudere zus vermoorden nadat ze met haar vriendje
geflikflooid heeft. Wie tussen de lijnen leest zou dit als een soort straf voor
losbandig gedrag kunnen interpreteren. Niet onbelangrijk: Michael draagt
hierbij een halloweenkostuum inclusief masker. Dat masker zet hij pas af als
zijn ouders met de auto thuiskomen en hem aantreffen in de voortuin. Roerloos
aanschouwen zij hun zoontje dat met een bebloed mes wezenloos voor zich
uitstaart.
Michael zit dan 15 jaar vast in een instelling waar hij
onder toezicht staat van dr. Loomis. Gedurende zijn internering zegt hij geen
woord. Later in de film verwijst Loomis naar hem met de woorden "the
blackest eyes, the devil's eyes". Dit suggereert een bovennatuurlijke
kracht die wordt bevestigd door volgende zaken: 1) Michael ontsnapt om
onverklaarbare reden uit de instelling en kan zonder dit ooit geleerd te hebben
probleemloos autorijden. 2) Michael verschijnt op alle mogelijke momenten in
beeld. Het lijkt wel alsof hij uit het niets komt, plots weer verdwijnt, om dan
weer ergens anders op te duiken waar hij zijn potentiële slachtoffers stalkt.
Dit wordt esthetisch ondersteund door het efficiënte point-of-view shot dat
vanuit het standpunt van de moordenaar filmt. 3) Michael lijkt puur fysiek over
onmenselijke krachten te beschikken. Zijn derde slachtoffer tilt hij met één
hand in de lucht waarna hij hem met de andere hand doodsteekt en vasthecht aan
de muur. 4) Terwijl zijn slachtoffers lopen, wandelt Michael rustig op hen af.
Koel en beheerst. Hoewel hij zich merkbaar trager voortbeweegt, is hij toch
sneller dan zijn slachtoffers. Deze wetenschappelijke contradictie wijst alweer
op bovenmenselijke krachten. 5) Michael overleeft drie aanslagen. De eerste met
de priem in de hals, de tweede met zijn eigen mes dat Laurie Strode hem
afhandig heeft gemaakt en de derde met een kogelregen van dr. Loomis. Ook dit
suggereert weer een bovennatuurlijke kracht. Michael is niet te stoppen, wat
ook blijkt uit de slotscène waarin hij plotseling verdwenen is nadat hij
volgepompt met lood uit een raam naar beneden is gevallen. En dit is meteen een
cliffhanger naar het tweede deel toe.
Het
motief:
Het motief van de moordenaar is rechtstreeks terug te leiden
tot a) een trauma dat hij in zijn jeugd heeft opgelopen of b) als reactie op
het feit dat jongeren zijn territorium binnendringen. Vaak wordt dit expliciet
getoond – zoals in Friday the 13th (1980), waar Jason wraak neemt voor zijn
verdrinkingsdood, op zijn terrein, namelijk in Camp Crystal Lake – soms
gesuggereerd en soms in het ongewisse gelaten, zoals in Halloween. Wel zien we
in de premisse van Halloween dat Michael om een onbekende reden zijn zus
vermoordt. Wanneer hij terugkeert naar Haddonfield wil hij iedereen vermoorden
die hetzelfde losbandige seksuele gedrag stelt als zijn zus destijds met haar
vriendje.
Het
masker/de vermomming:
Waarom dragen moordenaars in slasherfilms steeds een masker?
In zekere zin creëren maskers een bepaalde spanning tussen de moordenaar en
zijn slachtoffer - door hem te ontmaskeren weet het slachtoffer voor wie het al
die tijd op de vlucht is. Naar het publiek toe lijkt het enkel een iconische
herkenningsfunctie te hebben aangezien de identiteit van de moordenaar vaak ver
op voorhand geweten is. Niet altijd trouwens, want er zijn genoeg slashers waar
het doek pas op het einde valt. Maar neem de drie grote franchises Halloween,
Friday the 13th en A Nightmare on Elm Street (1984) en je ziet dat het masker
louter een herkenningsfunctie heeft naar het publiek toe. Dit werd nadien
commercieel uitgebuit met een gigantische merchandising. In sommige
slasherfilms dienen maskers ook om een verminkt gezicht als gevolg van een
jeugdtrauma (bijvoorbeeld door pesterijen van de latere slachtoffers) te
verbergen.
Het
wapen:
In het geval van Halloween een keukenmes. Veelal worden
steekwapens gebruikt in slasherfilms, in de eerste plaats omdat ze pijnlijke,
brutale en naarmate het genre evolueert ook erg spectaculaire moorden
opleveren. We zien dat door de jaren heen het wapenarsenaal van de moordenaar
steeds gevarieerder wordt en niet louter meer bestaat uit steekwapens. Sommige
bronnen hebben het ook over het steekwapen als symbool voor de fallus waarbij
de dominantie van de moordenaar benadrukt wordt.
De feestdag:
Halloween, een Amerikaanse gecommercialiseerde feestdag
waarop de doden gevierd worden. De feestdag is voor de moordenaar een soort
markering in de toekomst waar hij jaren met onmenselijk geduld naar uitkijkt en
waarop hij na al die jaren uiteindelijk terugkeert naar de plaats van zijn
trauma om zijn belagers, of mensen die hij hiermee kan identificeren, voorgoed
om zeep te helpen. In Halloween keert Michael na 15 jaar terug naar
Haddonfield, het gezellige familiestadje waar hij destijds zijn zus heeft
vermoord. Zijn slachtoffers bestaan uitsluitend uit personages die dezelfde
gedragingen stellen als zijn zus en haar vriendje destijds. Andere slashers die
zich afspelen op een feestdag (of een dag die gekoppeld is aan een of ander
geloof of bijgeloof) zijn bv. Friday
the 13th, My Bloody Valentine, April Fool's Day, enzovoort.
De
onmachtige ordediensten:
Vaak is één van de slachtoffers of potentiële slachtoffers
gelinkt aan iemand van de ordediensten. Dit gaat veelal om een politieagent,
maar kan ook om een gezaghebbend figuur gaan. In Halloween heb je zowel de
vader van een van Laurie’s vriendinnen als Michaels psychiater, Loomis. Door
het opvoeren van dergelijke personages wordt onder de potentiële slachtoffers
de illusie van veiligheid gewekt. Maar niets is minder waar, want ondanks
verwoede pogingen van deze personages om het onheil een halt toe te roepen,
slagen zij er nimmer in om een bloedbad af te wenden. De politiepatrouilles in
Halloween brengen weinig soelaas en Loomis komt overal een stap te laat.
Op het einde van Halloween doorzeeft Loomis Michael
weliswaar met kogels, maar als hij vervolgens uit het raam kijkt, ontdekt hij
dat Michael is opgestaan en verdwenen. Ook hier komt weer die bovennatuurlijke
kracht tot uiting.
De
slachtoffers:
Vaak worden slachtoffers, en zeker in Halloween, tijdens of
na de seksuele daad vermoord. In de openingscène zien we hoe Michaels zus
seksuele betrekkingen heeft met haar vriendje. Wanneer hij het huis verlaat,
steekt Michael haar neer met het mes dat hij uit een keukenlade heeft genomen.
Door de jaren heen bestond het slachtvee in slasherfilms bijna altijd uit
losbandige tieners wiens activiteiten draaien om drie zaken: seks, drank en
drugs. Als zij tijdens deze activiteiten op een bloederige manier om het leven
worden gebracht, lijkt dit een subtiel moraallesje van de filmmaker te zijn.
Sommige bronnen beamen dit, anderen ontkrachten dit door statistisch aan te
tonen dat slechts de helft van de moorden in slasherfilms tijdens of na deze
activiteiten gebeurt. Je zou ook kunnen zeggen dat het eerder een toevalligheid
is die voortvloeit uit het afbeelden van hoe jongeren zich gedragen of hoe de
filmmaker denkt dat jongeren zich gedragen, zonder hier een diepere betekenis
aan te willen koppelen. Maar er is altijd één uitzondering, namelijk de final
girl.
De final girl:
In Halloween is dit Laurie Strode, gespeeld door Jamie
Curtis. Al bij haar eerste scène blijkt dat ze anders is dan de rest. Uit de
conversatie met haar vader leren we dat ze er probleemloos mee instemt om te
helpen bij huishoudelijke karweitjes. Als even later naar haar betrokkenheid
tegenover het studeren en haar verlegenheid tegenover jongens (er wordt
gesuggereerd dat ze nog maagd is) wordt verwezen, weet de kijker dat Laurie de
meest verantwoordelijke is van haar vriendenkliekje. Uiteindelijk is zij ook de
enige tiener die de aanvallen van Michael Myers overleeft (omdat ze nog maagd
is?). Sterker nog, ze biedt zelfs veel weerwerk door hem twee keer te vloeren.
Hieruit zou je kunnen afleiden dat haar verantwoordelijkheidszin een soort
heroïsche compensatie is voor Michaels bovennatuurlijke krachten en dat ze
daarom de enige is die de strijd met hem aandurft en ook daadwerkelijk aankan.
Het is uiteraard zo dat latere slasherfilms variaties bieden
op een van deze elementen (vb. final boy ipv girl of een moordenaar zonder
masker), maar in principe kan je stellen dat bovenstaande ingrediëntenmix de
noodzakelijke basis is alvorens we kunnen spreken van een slasherfilm.
Hoewel Halloween dus officieus als blauwdruk van de
slasherfilm geldt, waren er eerdere films die een onmiskenbare invloed hadden
op het genre.
Om te beginnen Alfred Hitchkcocks Psycho (1960), waarin
eenzaat Norman Bates onwetende reizigers naar zijn aftands motel lokt om ze
vervolgens aan zijn mes te rijgen. Deze prent heeft binnen de horrorcinema een
klimaat gecreëerd waarin ongeveer voor het eerst een menselijke villain werd
opgevoerd, die op zijn beurt een weerspiegeling was van de verbrokkelende
sociale cohesie in de Amerikaanse samenleving. Dit in tegenstelling tot de
mythische monsters uit de Hammer en Universal studio’s. De befaamde douche-scène
was omwille van de uitvoering en stilistiek dan weer een heuse inspiratiebron
voor het betere slice&dice-werk.
A Bay of Blood (1971) van Mario Bava werd in de hoogdagen van de Italiaanse giallo uitgebracht, maar kent met de vele door steekwapens afgeslachte jongeren een bepaald stramien dat we later steevast terugvinden in Amerikaanse slasherfilms.
The Texas Chainsaw Massacre (1974) van Tobe Hooper waarin enkele jongeren het territorium betreden van een dolgedraaide slachter met een masker van mensenhuid. Allemaal gaan ze voor de bijl – of in dit geval kettingzaag – behalve de maagdelijke final girl die uit de klauwen van Leatherface en zijn familie weet te ontsnappen.
Minstens even belangrijk was wellicht Black Christmas (1974) waarvan naast de point-of-view camera en de daaruit volgende suspense ook de hoge body count en de creatieve uitvoering van de moorden essentieel waren in de geijkte formule die met Halloween geperfectioneerd werd.
Alice, Sweet Alice (1976) mag dan geen echte formulefilm zijn wegens het religieuze zwaartepunt en het ontbreken van domme tieners, maar heeft met een gemaskerde en met een mes bewapende moordenaar beslist enkele raakvlakken met de slasherfilm.
Zoals eerder gezegd beleefde de slasherfilm hoogdagen aan het eind van de jaren ’70 en het begin van de jaren ’80. Medio jaren ’80 doofde het genre echter langzaam maar zeker uit. Af en toe kwam er nog wel een stuiptrekking tot halverwege de jaren ‘90 het genre nieuw leven werd ingeblazen door Wes Craven die met Scream (1996) zowel een persiflage als ode bracht aan het genre dat hij ooit mee groot had gemaakt. Het gevolg was een bescheiden aantal films die de gekende formule hanteerden om de kijkers naar de bioscopen te lokken. Bekendste voorbeelden zijn de sequels van succesvolle franchises (zoals Halloween en Scream), I Know What You Did Last Summer (1997) en Urban Legend (1998), tot men na de eeuwwisseling op het lumineuze idee kwam om horrorklassiekers als The Texas Chainsaw Massacre, Halloween en Friday the 13th te recycleren. Vandaag wagen onafhankelijke regisseurs zich nog regelmatig aan slasherfilms zoals Hatchet (2006), Fritt Vilt (2006), Gutterballs (2008), Laid to Rest (2009) of Sweatshop (2009), echter veelal zonder het commerciële succes van weleer te evenaren.
Hieronder de tien beste slashers volgens Middernachtfilms:
10. Sleepaway
Camp (1983)
Sleepaway Camp is een van de vele Friday-klonen waarin een
op wraak beluste moordenaar een zomerkamp terroriseert. In essentie niets
nieuws dus. Echter, waar Sleepaway Camp zich van vele genregenoten onderscheidt
is dat alle clichés die het genre rijk is hier tot in de perfectie worden
uitgevoerd. Te beginnen met de idyllische, zorgeloze zomerkampsetting, maar ook
de personages die omwille van hun stereotypering erg herkenbaar en “grijpbaar”
zijn. Ook niet onbelangrijk zijn de goed gedoseerde gory scènes die van puur
vakmanschap getuigen.
Maar eerlijk is eerlijk: Sleepaway Camp zou dit lijstje
waarschijnlijk niet gehaald hebben zonder de onthutsende, bizarre en totaal
onverwachte ontknoping die de hele film in een ander perspectief plaatst.
9. Silent
Night, Deadly Night (1984)
Een kerstman die aan het moorden slaat met een bijl... Het
lijkt eerder een uitgangspunt voor een slechte horrorkomedie, maar de teneur in
Silent Night, Deadly Night is desalniettemin doodserieus. Zo getuige de harde
proloog waarbij een jongetje zijn ouders ten prooi ziet vallen aan een
moordende maniak, vermomd als kerstman. Geheel volgens de conditioneringstheorie
en het door psycholoog John B. Watkins gevoerde experiment met “little Albert”
zal de jonge Billy voortaan geen enkele kerstman meer vertrouwen.
Zijn traumatische achtergrond roept bij de kijker een
bepaalde sympathie op. Overigens wordt Billy naar b-film normen meer dan
uitstekend vertolkt door een jonge blonde adonis. De metamorfose die hij na het
trauma doormaakt is extreem, zij het geloofwaardig gebracht. De moordtrein die
er vervolgens op los beukt is best wel heftig, met als kers op de taart de
slee-scène. Genoeg originele kills en variatie in slagwapens, dat is waar een
slasherfan om vraagt en met deze vrolijke kerstfilm ook geserveerd krijgt.
8. Intruder
(1989)
Een oerdegelijke, volledig in een supermarkt opgenomen
slasher die zich, ondanks zijn relatieve onbekendheid, moeiteloos staande houdt
tussen legendarische genregenoten als Halloween en Friday the 13th.
Om te beginnen is het energieke en inventieve camerawerk, dat sterk doet denken aan Evil Dead (1981) van Sam Raimi (die hier overigens ook een rol heeft), in één woord subliem te noemen. Ongewone camerastandpunten (met veel kikvors- en vogelperspectieven) en originele cadrages dragen de nodige dreiging uit. Dat een supermarkt een ideaal speelterrein is voor een psychopaat mag trouwens blijken uit het onfortuinlijke lot dat de aldaar opgesloten medewerkers te wachten staat. Hakmessen, snijmessen, vleeshaken, kettingzagen, vuilnispersen, hamers en bladprikkers worden niet gespaard om hen zorgvuldig een kopje kleiner te maken. Het hoge tempo fnuikt weliswaar de spanning, maar de doorwinterde horrorfanaat krijgt daar wel een stevige portie slice&dice-werk voor in de plaats. Enig minpunt is de weinig inspirerende killer wiens identiteit nodeloos vroeg onthuld wordt, met name op de DVD-hoes en sommige filmposters! Toch blijft het gissen waarom Intruder nooit zijn weg naar het grotere publiek heeft gevonden aangezien de essentiële ingrediënten voor een volbloed slasherfilm ontegensprekelijk aanwezig zijn.
Om te beginnen is het energieke en inventieve camerawerk, dat sterk doet denken aan Evil Dead (1981) van Sam Raimi (die hier overigens ook een rol heeft), in één woord subliem te noemen. Ongewone camerastandpunten (met veel kikvors- en vogelperspectieven) en originele cadrages dragen de nodige dreiging uit. Dat een supermarkt een ideaal speelterrein is voor een psychopaat mag trouwens blijken uit het onfortuinlijke lot dat de aldaar opgesloten medewerkers te wachten staat. Hakmessen, snijmessen, vleeshaken, kettingzagen, vuilnispersen, hamers en bladprikkers worden niet gespaard om hen zorgvuldig een kopje kleiner te maken. Het hoge tempo fnuikt weliswaar de spanning, maar de doorwinterde horrorfanaat krijgt daar wel een stevige portie slice&dice-werk voor in de plaats. Enig minpunt is de weinig inspirerende killer wiens identiteit nodeloos vroeg onthuld wordt, met name op de DVD-hoes en sommige filmposters! Toch blijft het gissen waarom Intruder nooit zijn weg naar het grotere publiek heeft gevonden aangezien de essentiële ingrediënten voor een volbloed slasherfilm ontegensprekelijk aanwezig zijn.
7. Scream
(1996)
De film die “de slasherfilm” op een ludieke manier op de hak
nam en er daarmee ongewild voor zorgde dat er eind jaren ’90 en na de
eeuwwisseling een heropleving van het genre ontstond. Daarmee haalde regisseur
Wes Craven na A Nightmare on Elm Street de slasherfilm voor een tweede
maal uit het slop. Naast een geweldige pastiche met talloze referenties is
Scream behoorlijk spannend, voornamelijk dankzij het inventieve script en de
goed geschreven personages en dialogen door Kevin “Dawson’s Creek” Williamson.
Het meest zal Scream echter bijblijven omwille van de iconische Ghostface wiens
masker verdacht veel doet denken aan het beroemde schilderij van Edvard Munch:
de schreeuw.
6. Black
Christmas (1974)
Black Christmas werd vier jaar eerder uitgebracht dan
Halloween dat als blauwdruk voor het genre geldt. Deze prent over een
telefoonstalker die zich in een huis vol vrouwelijke studentes bevindt en ze
één voor één naar het hiernamaals helpt, heeft een onmiskenbare invloed gehad
op de vloedgolf aan slasherfilms. Met name het point-of-view camerawerk is
essentieel voor de spanningsopbouw. Ook het stramien dat gevolgd wordt is
typerend. Terwijl de paniek toeneemt gaan de studentes vlotjes voor de bijl,
tot er nog maar eentje in dat grote huis achterblijft. De paniek neemt toe en
de politie blijkt onmachtig. Black Christmas had destijds nog niet te leiden
onder de hoge verwachtingen van een publiek dat hongerig zat te wachten op veel
en bloederige moorden. Geen al te hoge body count dus, wel piekfijn gestileerde
kills en een cynisch einde dat nog even nazindert.
Saillant detail: Carpenter was destijds een grote fan van
Black Christmas en vroeg aan regisseur Clark of hij van plan was een sequel te
maken. Het antwoord was nee, maar als hij er een zou maken, zou die als volgt
gaan: moordenaar Billy wordt opgepakt en in een instelling geplaatst, ontsnapt
vervolgens in de nacht van 31 oktober en zaait dood en verderf in een klein
stadje. Getiteld Halloween. Maar het project bleef louter hypothetisch, tot
Carpenter er vier jaar later mee aan de haal ging. Weliswaar helemaal
gepolijst, hier en daar aangepast en van eigen ideeën voorzien, maar niettemin
thematisch en visueel sterk beïnvloed door Clark.
5. The
Burning (1981)
Een van de buitenwereld afgezonderd bos, fluitende
vogeltjes, gezellige houten hutjes vol dolenthousiaste tieners, een idyllisch
meertje op de achtergrond, griezelverhalen bij een knisperend kampvuur, …
Summercamp-slashers werden in de jaren ’80 als een vloedgolf
op het publiek losgelaten, maar The Burning is wellicht de enige die uit de
schaduw van “big sis” Friday The 13th treedt. Hoewel duidelijk ingecasht op het
concept en succes van laatstgenoemde, zijn er genoeg ingrediënten die The
Burning van alle genregenoten onderscheiden en deze prent zelfs bovenaan het o
zo lange lijstje plaatsen.
Het belangrijkste verschil is dat reeds aan het begin van de
film de identiteit van de moordenaar wordt prijsgegeven, waardoor al
onmiddellijk geanticipeerd wordt op een vergezochte slotontknoping. Verbazend
genoeg staat dit een spannend vervolg allerminst in de weg.
Na een korte doch niet snel te vergeten kennismaking met
Cropsy’s wreedheid volgt een ongezien mooi geschetst sfeerbeeld van een typisch
Amerikaans zomerkamp, hetgeen de aanloop naar de uiteindelijke confrontatie
tussen tieners en moordenaar er alleen maar interessanter op maakt. In die
aanloop neemt regisseur Maylam uitvoerig de tijd om de kijker kennis te laten
maken met de, als vanouds stereotiepe maar naar slashernormen voortreffelijk
acterende, personages en hun dagelijkse kampactiviteiten.
Dat make-up en special FX artist Tom Savini zijn medewerking
heeft verleend aan The Burning, maakt het des te boeiender. Met de alom
geroemde kano-scène levert hij alweer een mooi visitekaartje af. Met dank aan
de brute kills, indringende soundtrack en schitterend point-of-view camerawerk
– let op de eindachtervolging – wordt wat een leuke vakantie had moeten worden
een wel erg griezelige rit naar het hiernamaals.
4. A
Nightmare on Elm Street (1984)
Verhaaltechnisch ongetwijfeld de beste slasherfilm.
Regisseur Wes Craven baseerde zijn script op krantenknipsels over een jongen
die niet durfde te gaan slapen omdat er iets in zijn nachtmerries schuilde.
Onzin, zei zijn vader. Ondanks de pogingen van zijn zoon om de slaap te
bekampen met cafeïne dwong hij hem om toch te gaan slapen. Hij werd nooit meer
wakker…
In A Nightmare on Elm Street transformeert Craven de
droomwereld, een veilig gebied waarin mensen hun angsten en trauma's kunnen
ventileren, tot het terrein van een gevaarlijke moordenaar wiens acties hun
sporen nalaten in de reële wereld. De vage scheidingslijn waar droom en
realiteit samenkomen, is Freddy’s domein. Freddy wil wraak nemen zij die hem
destijds levend verbrand hebben en doet dat door hun kinderen in hun
nachtmerries open te rijten met messen als vingers.
Helemaal alleen is Craven er medio jaren ’80 in geslaagd het
slashergenre weer uit het slop te halen en de fans een nieuw icoon te schenken
dat probleemloos in een adem genoemd kan worden met Jason Voorhees en Michael
Myers.
3. Halloween
(1978)
De film waar het allemaal mee begon. Met een ultralaag
budget realiseerde regisseur John Carpenter een horrorfilm die prompt het
slashergenre definieerde en een heleboel klonen genereerde in de jaren ’70 en
’80. De genrespecifieke ingrediënten die in de inleiding werden aangehaald fungeerden
hier voor het eerst als standaard. Toen Halloween een enorm kassucces bleek,
traden vele regisseurs in Carpenters voetsporen met slasherfilms die hetzelfde
stramien handhaafden, doch zelden hetzelfde niveau haalden.
Moordenaar van dienst is horroricoon Michael Myers die in de
openingscène als klein jongetje lustig inhakt op zijn oudere zus. Zijn ouders
treffen hem aan in de tuin met een bebloed mes. Hij wordt geïnterneerd, maar
weet zoveel jaren later te ontsnappen in de nacht van Halloween. Vanaf dan
baadt de film in een nagelbijtende spanning. Aan de hand van doeltreffend
point-of-view camerawerk zien we hoe een ijzig kalme Michael zijn personages
observeert, stalkt… en afslacht. Final girl Jamie Lee Curtis weet lang aan zijn
mes te ontsnappen, maar moet het in een bloedstollende laatste akte toch tegen
hem opnemen.
Even legendarisch als Michael Myers en dat lijkwitte,
emotieloze masker van hem is de zelfgecomponeerde score van John Carpenter. Een
uiterst eenvoudig synthesizerdeuntje dat op de juiste momenten wordt ingezet en
de spanning werkelijk te snijden maakt.
2. Friday
the 13th: The Final Chapter (1984)
De vierde film in een reeks met wisselende successen. De
meeste critici en horroradepten dwepen met de originele Friday the 13th waarin
Jason zijn moeder nog op pad stuurde om zijn zaakjes af te handelen, maar ik
geef de voorkeur aan dit vervolgdeel met Jason op het toppunt van zijn
krachten. The Final Chapter is zelfs naar slashermaatstaven betrekkelijk bruut.
Jasons machete glijdt kwistig door het beeld, een jonge Crispin Glover geeft
het beste van zichzelf met hilarische danspasjes op slechte rockmuziek en
kindsterretje Corey Feldman is met zijn gepassioneerde vertolking van make-up
artist in wording een afspiegeling van de legendarische Tom Savini die een
groot aandeel heeft in de make-up en special FX van The Final Chapter. De no
nonsense aanpak zorgt samen met de kleurrijke personages voor een briljante
herdefiniëring van het slashergenre in al zijn platgetrapte clichés. Body
count: 13.
1. The
Texas Chainsaw Massacre (1974)
Enkele tieners reizen af naar het zinderend hete Texas en
hadden gewenst dat ze nooit het territorium van een compleet van de
buitenwereld afgesloten slachtersfamilie hadden betreden. In een grimmige
premisse maken ze kennis met een gestoorde lifter. Achteraf blijkt deze linke
kerel tot hetzelfde disfunctionele gezin te behoren als Leatherface, de
slachter van dienst. Gewapend met een kettingzaag en gehuld in een masker van
mensenhuid herleidt hij de tieners één voor één tot slachtafval in een
alleenstaand landhuis waarvan de kelder is omgevormd tot een waar abattoir.
Maar de echte ontnuchtering komt er pas wanneer het laatst overgebleven
slachtoffer kennismaakt met de kannibalistische neigingen van het gezin.
Regisseur Tobe Hooper slaagt er in om aan de hand van
perfecte timing een bloedbad te suggereren terwijl er in feite amper een spatje
bloed getoond wordt. Daarnaast dompelen de duistere soundtrack en nerveuze
cameravoering de geweldsequenties om in een gruwelijke nachtmerrie.
Net als Psycho was deze prent geïnspireerd op de
misdaden van Ed Gein die, naast het leegroven van kerkhoven, mensen vermoordde
en hun overblijfselen recycleerde tot meubels en accessoires. The Texas
Chainsaw Massacre was daarmee een van de eerste commercieel succesvolle films
die het bioscooppubliek confronteerde met een nieuw maatschappelijk fenomeen:
de seriemoordenaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten