Normvervaging bij de jeugd is één van de reële dreigingen waarmee we vandaag geconfronteerd worden en die de afgelopen jaren als inspiratiebron voor menig horrorfilm diende. Maar ook een halve eeuw geleden stelden filmmakers zich al vragen bij de kinderlijke onschuld. Zo schemert in The Bad Seed (1956) een sociaal-psychologisch debat door over mogelijke oorzaken van criminaliteit gepleegd door kinderen en adolescenten.
Christine Penmark geraakt in de war door het vreemde gedrag van haar dochter Rhoda die, ondanks haar lieftallige glimlach, een duister kantje heeft. Wanneer één van haar klasgenootjes tijdens een picknick verdrinkt en ze hierover geen enkele emotie toont, vermoedt haar moeder dat er meer aan de hand is. Dit is het begin van een spanningsboog tussen ouder en kind, waarbij de moeder krampachtig op zoek gaat naar de ware aard van haar dochter, doch de werkelijkheid niet onder ogen durft zien. Namelijk dat de kleine Rhoda een gewetenloze moordenares is. Uiteraard vraagt ze zich af wat haar eigen aandeel hier in is.
Of met andere woorden: worden kinderen slecht geboren of slecht gemaakt? Dit vraagstuk verdeelt gedragspsychologen al decennia lang in twee verschillende kampen; een tweedeling die we eveneens terugvinden in cinema, waar enerzijds het aangeboren Kwaad een steeds terugkerend thema vormt – denk aan The Omen (1976) – en anderzijds kinderen worden afgebeeld als product van een falende samenleving.
In We Need to Talk About Kevin (2011) zien we hoe een jongen ondanks een goede opvoeding en het bijbrengen van de juiste normen en waarden volledig ontspoort en uiteindelijk zelfs moorddadig blijkt te zijn. Wat zijn ouders ook doen, de kleine Kevin is onhandelbaar en doet de vraag rijzen of zijn boosaardigheid niet intrinsiek deel uitmaakt van zijn karakter. Met het slot, waarin Kevin een bloedbad aanricht in zijn school, wordt die vraag beantwoord. Conclusie: de psychopatische trekjes zitten al van bij de geboorte in de mens ingekapseld en zelfs de meest toegewijde moeder staat hier machteloos tegenover.
Diezelfde sombere boodschap dragen ook Class of 1984 (1982) en Funny Games (1997) uit, evenwel zonder enige vorm van context. In beide gevallen gaat het om compleet losgeslagen jongeren die er bewust voor kiezen om slecht te zijn.
Zo blijkt Peter Stegman (Class of 1984) een pianovirtuoos, maar brengt hij zijn dagen liever door met criminaliteit en vooral: zijn leraar het bloed van onder de nagels pesten. De charismatische Peter (Funny Games) besluit dan weer om uit pure verveling een gezin te terroriseren. Beide kennen geen grenzen en kunnen enkel gestopt worden door hen met gelijke wapens te bekampen. Enigszins geruststellend – of net niet – is de gedachte dat niets of niemand het bloedbad kon voorkomen. Het moest er vroeg of laat van komen…
Veel erger zijn de bloedbaden die wel voorkomen hadden kunnen worden. Of anders gezegd, waar het kwaad niet aangeboren is, maar met de paplepel ingegeven wordt. Bijvoorbeeld door een slechte opvoeding of andere factoren waarvoor de samenleving verantwoordelijk is. In dat opzicht zou je een film als Eden Lake (2008) kunnen beschouwen als een maatschappijkritisch pamflet, zij het één met een erg bittere nasmaak. Tevens toont de harde realiteit zich hier een onuitputtelijke inspiratiebron, terwijl films over boosaardige kinderen een halve eeuw geleden nog gevoed werden door psychologische dogma's.
Regisseur James Watkins gaf in een interview openlijk zijn vrees toe voor de teloorgang van de jeugd wegens de ontoereikende opvoeding van hun ouders. Die angst blijkt ook duidelijk uit de film, waarin een volwassen koppel belaagd wordt door een stel jongeren die er enkel op uit zijn om amok te maken. Het zou niet verbazen mocht Watkins de zogenaamd verloren generatie eerst nauwkeurig geobserveerd hebben alvorens ze vast te leggen op film, want met name de vertolkingen van de schoffies zijn gruwelijk realistisch. Precies dat maakt dat de schokkende gebeurtenissen in de film zo dichtbij en uit het leven gegrepen lijken.
In de meeste gevallen draait het in desbetreffende films uit op een gewelddadige confrontatie tussen generaties, los van het feit of de jeugddelinquentie een sociale, genetische of bovennatuurlijke – bijvoorbeeld in Village of the Damned (1960) – oorzaak kent. Wat volgt is een moreel dilemma voor de volwassenen: doden of gedood worden. Een hartverscheurende keuze die één van de laatste taboes bespreekbaar maakt: is geweld tegen kinderen in bepaalde uitzonderlijke omstandigheden geoorloofd? Eén van de eerste films die het publiek deze vraag voorschotelde, en daarom ook berucht werd, is de Spaanse cultklassieker Who Can Kill a Child? (1976). Hoewel erg extreem uitgedrukt, vertolkt de titel de angst en machteloosheid van volwassenen jegens onhandelbare kinderen. Of een verkeerde genencocktail dan wel een slechte opvoeding of een uitzichtloze toekomst onze kinderen in tikkende tijdbommen verandert, maakt weinig uit. Zolang de jeugd van tegenwoordig niet in te tomen is, zullen filmmakers zich blijven beroepen op minderjarig crapuul om het publiek te terroriseren.
Voor wie van zichzelf vindt dat ie nog niet verzuurd genoeg is, volgt hieronder een greep uit de lange lijst evil children films die u volgens Middernachtfilms niet mag missen.
Who Can Kill a Child? (1976): Om een onbekende reden beginnen de kinderen van het eiland Almanzora hun ouders uit te moorden. Twee Engelse toeristen die aanmeren op het eiland voor een ontspannende vakantie zijn zich van geen kwaad bewust, maar dat verandert snel als ze zelf opgejaagd wild worden. Deze Spaanse horrorfilm baadt in een onheilspellende sfeer die opgevoerd wordt door langgerekte, stille scènes waarin de hoofdpersonages proberen uit te pluizen wat er gaande is. Regisseur Ibáñez-Serrador wiegt je als het ware in slaap, maar deelt ten gepasten tijde vlijmscherpe speldenprikken uit. Onderliggend maakt Ibáñez-Serrador dankbaar gebruik van het begrip 'kinderlijke onschuld'. Hij stelt openlijk de vraag of kinderen in staat zijn tot zulke gruwelijkheden en, daaropvolgend, of volwassenen in staat zijn om een kind te doden als het er op aan komt.
Orphan (2009): De wereld van Kate en John stort in wanneer ze hun ongeboren kind verliezen. Hun huwelijk komt onder druk te staan en om hun leven weer op de rails te krijgen, besluiten ze een kind te adopteren... Maar Esther blijkt niet zo lief en schattig als ze eruit ziet. Qua opbouw vertoont Orphan veel parallellen met The Omen. Esther is een meester manipulator die er in slaagt om iedereen tegen elkaar op te zetten en tweedracht te zaaien tussen haar nieuwe ouders. Waar Kate onmiddellijk in de gaten heeft wat voor kreng zij eigenlijk is, lijkt John blind voor het psychische leed dat zij veroorzaakt. Doordat je als kijker meer weet dan John en jezelf als een soort bondgenoot van Kate beschouwt, ontstaat er een beklemmende suspense die traag maar gestaag naar een hoogtepunt piekt.
The Children (2008): Kerstmis. Een familiereünie. Er wordt gelachen, gespeeld en gegeten. Maar het duurt niet lang voor de hel losbreekt. Zonder enige aanwijsbare reden vallen de kinderen hun ouders aan. Wat volgt is een intense, spannende, doodenge en bloederige strijd tussen kinderen en volwassen die alle grenzen van de tot dusver heersende filmmoraal overschrijdt. De reden hiervoor is tweeërlei: de kinderen zijn nog erg jong en per definitie onschuldig, maar tegelijkertijd bezondigen ze zich aan het meest buitensporige geweld en komen ze op de meest gruwelijke manieren aan hun eind. De compromisloze aanpak staat garant voor enkele choquerende scènes.
Bloody Birthday (1981): Ondanks het lachwekkende uitgangspunt - kinderen geboren tijdens een totale zonsverduistering blijken meedogenloze moordenaars - is Bloody Birthday een beklijvend stukje cinema. De kindacteurs vertolken met verve hun rol van onverbeterlijke ettertjes en slagen er moeiteloos in ergernis op te wekken. Resultaat is een onderhuidse spanning die aanhoudt tot de ontknoping. Als kijker verlang je er werkelijk naar om de kleine smeerlapjes een zo pijnlijk mogelijke dood te zien sterven. Helaas was het in de politiek correcte jaren ’80 nog taboe om kinderen on screen af te slachten...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten