Horror als spiegel van de maatschappij

Horrorfilms waar je nachtmerries van krijgt, bestaan ze nog tegenwoordig? Door het feit dat cinema steeds grafischer en explicieter wordt, is het voor cineasten een loodzware opdracht geworden om de toeschouwers iets voor te schotelen dat hen nog dagen zal achtervolgen in hun nachtmerries. Zo kunnen we ons niet meer voorstellen dat een film als The Exorcist (1973) dit vandaag nog voor elkaar zou krijgen, terwijl deze horrorprent over een door de duivel bezeten meisje destijds verantwoordelijk was voor een ware schokgolf. Maar tijden zijn veranderd. Velen zijn van mening dat de maatschappij harder en killer geworden is, met als gevolg dat regisseurs hier noodgedwongen in mee moeten evolueren. Eén manier om dat te doen is door de audiovisuele stijl aan te passen aan de moderne noden. Het creëren van een unheimische atmosfeer door middel van sounddesign en het regelmatig opendraaien van het volume vergezeld van een eng shot, zijn een essentieel hulpmiddel gebleken om de kijker op de juiste momenten uit zijn stoel te doen rechtveren. Denk bijvoorbeeld aan de vele Japanse horrorfilms waarin een lijkwit, zwartharig spookmeisje op de meest onverwachte momenten in beeld verschijnt. Hoewel vaak bijzonder effectief, beperken deze cinematografische handigheidjes zich tot het generen van een kortstondig achtbaanritgevoel, een adrenalinerush zeg maar. Veel interessanter zijn films die, al dan niet gebruik makend van deze audiovisuele hulpmiddelen, een scenario presenteren dat voortvloeit uit individuele en collectieve angsten en daarmee een spiegel van de samenleving vormen.

Eén van die collectieve angsten is normvervaging bij de jeugd. Kranten staan er vol van. Kinderen die zich in het crimineel circuit begeven, gaande van vandalisme en drugsdelicten tot diefstal en gewelddadige overvallen, zijn geen uitzondering meer. Meer verontrustend nog is het feit dat de kinderen alsmaar jonger worden en de misdaden die ze plegen alsmaar driester. Een film die inspeelt op deze angst is het Britse Eden Lake (2008).

Regisseur James Watkins liet zich in een interview ontvallen dat de teloorgang van de jeugd in zijn land en de ontoereikende opvoeding van ouders een groot maatschappelijk probleem is. Met deze film wilde hij de mogelijke extreme gevolgen daarvan aankaarten. Eden Lake begint met een koppel dat er tussenuit knijpt om een weekend door te brengen aan een idyllisch meer. Daar duurt het niet lang voor ze worden lastig gevallen door een groepje hangjongeren dat steeds verder gaat in verbale en lichamelijke pesterijen. De onderlinge spanningen monden al snel uit in een grimmige confrontatie, gevolgd door een razend spannend kat-en-muisspel waarin de vrouw van het koppel moet vechten voor haar leven. De ontknoping is een deprimerende apotheose die beslist tot nadenken stemt.


De kracht van Eden Lake schuilt ongetwijfeld in het geloofwaardige scenario dat afwijkt van de dagelijkse horrorclichés. De scènes aan het begin en het einde, waar openlijk kritiek geuit wordt op de gebrekkige opvoeding van sommige ouders, laten zien dat Watkins niet enkel een spreekwoordelijke adrenalinerush beoogt. Nee, deze regisseur heeft iets te vertellen en doet dat aan de hand van soms erg harde beelden waarin duidelijk mag zijn dat de kinderen van vandaag geen lieverdjes meer zijn.

Ook Funny Games U.S. (2007) van Michael Haneke – een bijna exacte kopie van het originele Funny Games (1997) – doet hier geen twijfel over bestaan. Paul en Peter zijn twee tieners die er niets beters op verzinnen dan de verveling tegen te gaan met het terroriseren van een gezinnetje dat op vakantie is. Deze schijnbaar beschaafde jongens zoeken allerlei excuses om zich in de buurt van het vakantiehuis te begeven, tot de vrouw des huizes er genoeg van krijgt. Wat begint met psychologische intimidatie mondt gaandeweg uit in een extreem gewelddadige confrontatie.

Net zoals in Eden Lake ligt normvervaging en verveling aan de basis van het gedrag van de jongeren die, gehuld in hagelwitte kledij en fluwelen handschoentjes, doen denken aan het stelletje psychopaten uit A Clockwork Orange (1971). Hoewel de aanpak van Haneke een stuk directer is dan die van Kubrick, zijn beide films thematisch nauw verwant. Zowel de maatschappij die geen oplossingen biedt als als de afwezigheid van een goede opvoeding blijken in sommige gevallen nefast voor de sociale ontwikkeling van de jeugd.

Met Funny Games wilde Haneke zijn publiek confronteren met de duistere zijde van de mens en aantonen dat geweld zich onomkeerbaar in het dagelijks leven genesteld heeft. In één welbepaalde scène richt een personage zich zelfs rechtstreeks tot de kijker om deze doelstelling kracht bij te zetten. Omdat zijn oorspronkelijke film slechts een arthousepubliek wist te bereiken, heeft Haneke besloten om tien jaar later deze nachtmerrie nog eens over te doen in het Engels en met een handvol steracteurs. Missie geslaagd, want Funny Games blijft een stevige stomp in de maag.

Een andere maatschappelijke tendens waar sinds de aanslagen van 9/11 veel over gesproken en geschreven wordt, is religieus fanatisme. Hoewel dit van alle tijden is – denk maar aan de bloederige kruistochten en heksenvervolgingen – kreeg dit fenomeen het laatste decennium door de mondiale religieuze verhoudingen een nieuwe dimensie. Voor veel mensen blijkt hun geloof of bijgeloof veeleer een dogma dat leidt tot fanatieke ideeën en gedragingen, dan een handleiding tot een beter leven. Een gruwelijk realistisch voorbeeld hiervan is House of the Devil (2009), waarin een babysitter ten prooi valt aan een sekte van duivelaanbidders.

Samantha is een arme studente die dringend geld wil bijverdienen om haar studentenkamer te kunnen betalen. Haar oog valt op een advertentie om te gaan babysitten in een afgelegen landhuis. Wanneer ze ter plaatse arriveert, schrikken de vreemde maniertjes van de heer des huizes (vertolkt door een schitterende Tom Noonan) haar af, maar een stapeltje dollarbiljetten doet haar toch besluiten om te blijven. Regisseur Ti West brengt met deze occulte thriller een ode aan de jaren ’80. De typische klederdracht en kapsels, de locaties, de stoffige look en de combinatie van cheesy rockdeuntjes met zachte pianomuziek en snerpende strijkers werpen je zo vijfentwintig jaar terug in de tijd.


Het grootste deel van de speeltijd besteedt West aan een zorgvuldige opbouw waarin de suspense naar een hoogtepunt gevoerd wordt. Als kijker lopen we mee met Samantha die haar nieuwsgierigheid niet kan bedwingen en stelselmatig alle kamers van het grote huis verkent, tot ze op de zolderkamer kennismaakt met haar lot.

Pascal Laugier pakt het met Martyrs (2008) helemaal anders aan, maar vertrekt vanuit hetzelfde uitgangspunt waarin enkele sekteleden tot de vreselijkste dingen in staat zijn in naam van hun geloof. Hun missie bestaat erin een antwoord te vinden op de vraag of er leven is na de dood. Hiervoor ontvoeren ze jonge vrouwen - martelaren - die ze opsluiten in een onderaardse kelder en wekenlang folteren tot ze zich in de overgang tussen leven en dood bevinden, hopend dat ze nog de kracht in zich hebben om te beschrijven wat ze zien.


In tegenstelling tot House of the Devil blijft Martyrs niet gespeend van expliciete beelden. Je moet behoorlijk wat kunnen verdragen om je door bepaalde scènes heen te worstelen, maar de werkelijke gruwel schuilt in het fanatisme waarmee de sekte opereert. Het idee dat je als jonge vrouw zomaar van de straat geplukt kan worden om als proefkonijn te fungeren in een diabolisch experiment, is nog akeliger dan de folteringen zelf. Van de vloedgolf aan Franse shockcinema waar we het laatste decennium mee overspoeld werden is dit wellicht het beste exemplaar, net omdat het vindingrijke scenario een enorme meerwaarde biedt aan de audiovisuele nachtmerrie.

Eén van de meest verguisde films van de laatste jaren is Hostel (2005). Deze martelhorror van Eli Roth mag dan weinig met hangjongeren of religieus geweld te maken hebben, het is wél een toonbeeld van een perverse maatschappij waarin sommige mensen zo verzadigd zijn dat ze op zoek gaan naar een extreme hobby om hun leven meer kleur te geven. Zo vormen de getoonde martelingen een onrechtstreekse parallel met de martelingen in de gevangenis van Abu Ghraib tijdens de Amerikaanse bezetting van Irak in 2004. Het toont aan dat realiteit en fictie soms dichter bij elkaar liggen dan we durven denken.


De film begint met drie jongeren die op doorreis zijn in Oost-Europa, op zoek naar seks, drank en wiet. Aangekomen in Slowakije maken ze kennis met de couleur locale: vervallen gebouwen, grauwe steegjes, teruggetrokken bewoners en kinderbendes. Ter plaatse vinden ze een herberg waar eveneens enkele mooie vrouwen logeren. Hun vakantie kan niet beter beginnen, tot niet veel later één van hen verdwijnt en de paniek toeslaat. De overige twee besluiten nog even te blijven, maar worden dan gedrogeerd om vervolgens wakker te worden in een verlaten fabriek.

Hostel is zoals zijn reputatie terecht doet vermoeden rijk aan pijnlijke folteringen met allerlei werktuigen. Echter, evenals in Martyrs zijn deze scènes slechts hulpmiddelen om het achterliggende idee kracht bij te zetten. In dit geval een eliteclub met leden van over heel de wereld die massa’s geld betalen aan een lokale undergroundorganisatie om onschuldige toeristen tot de dood te mogen martelen. Gewoon voor het plezier, want het echte leven is al saai genoeg. In dit opzicht is Hostel een voorbeeld van een steeds perverser en decadenter wordende samenleving waarin morele grenzen telkens verlegd worden, met extreem gewelddadige uitwassen tot gevolg.

Het martelen gaat lekker door in The Poughkeepsie Tapes (2007), waarin we zien hoe de verbrokkelende sociale cohesie in de maatschappij de voedingsbodem vormt voor ’s werelds meest gevreesde roofdier: de lustmoordenaar. Aan de hand van teruggevonden videotapes reconstrueert deze nepdocumentaire de activiteiten van een psychopaat die de politie telkens te slim af is. Ongetwijfeld geïnspireerd door bestaande zaken streven de makers een soort confronterend realisme na. De getoonde beelden zijn dan ook even wansmakelijk als gestoord, maar het is vooral de slinksheid en het doordachte patroon achter de wandaden van deze lustmoordenaar die je een ongemakkelijk gevoel bezorgen. In dat opzicht zijn niet zozeer de lichamelijke martelingen als wel de psychologische terreur en de totale vernedering behoorlijk aangrijpend. De scène waarin één van zijn slachtoffers haar emotionele en psychische afhankelijkheid ten opzichte van "haar meester" verklaart, getuigt van de maximale destructie van de innerlijke mens. Het zwartgallige einde helpt ook al niet om even op adem te komen.

Wereldwijd belanden er jaarlijks weerloze slachtoffers in de klauwen van dergelijke monsters. Het feit dat het iedereen kan overkomen zorgt voor een soort realiteitsgehalte dat dergelijke thema’s zo beangstigend maakt. Hoewel films over seriemoordenaars dus naadloos aansluiten op de actualiteit, zijn ze geen nieuw fenomeen. Reeds een halve eeuw geleden zette Alfred Hitchcock de cinemawereld op zijn kop met Psycho (1960). Door voor het eerst een menselijk monster op het publiek lost te laten, luidde hij het einde in van een tijdperk waarin Frankenstein- en Dracula-films tot in het oneindige gerecycleerd werden.

Het feit dat de hedendaagse horrorcinema teruggrijpt naar op realiteit gestoelde gebeurtenissen in plaats van gotische literatuur en buitenaardse monsters, is misschien een signaal dat er iets fundamenteel mis is. Want blijkbaar biedt de aftakeling van onze samenleving inspiratie te over voor regisseurs van horrorfilms. Kortom, als de hierboven besproken films werkelijk een spiegel zijn van een maatschappij waarin minderjarig crapuul, moordenaars, religieuze fanatici en psychopaten perfect gedijen, wordt het dan geen tijd dat we ons zorgen beginnen te maken?

2 opmerkingen:

  1. hey ik mis ''I spit on your grave". Maar ook deliverance, die weliswaar een voorspellende element bevat. Maar goed zo zijn er meer in dit genre

    Tomrayder (junior member denachtvlinders)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Verkracht worden door hillbillies lijken me geen alledaags fenomeen. Verkrachtingen in het algemeen wel, daar heb je een punt. Misschien een idee voor een volgende special: de rape&revenge film. Bedankt voor je bijdrage.

      Verwijderen